De familiestrategie. Dat is het centrale thema van het zesde onderzoek naar familiebedrijven, uitgevoerd door het Erasmus Centre for Family Business (ECFB) in samenwerking met BDO en Rabobank.  

Daaruit blijkt dat familiebedrijven die tijdens of na een crisis in de spiegel durven te kijken, hun eigen positie ter discussie durven te stellen en hun aandelenkapitaal verder uit- of juist afbouwen, sterker uit de crisis komen.  

Wanneer een ondernemer op zulke momenten geen stappen zet, is de kans groot dat de positie van de onderneming alleen maar verder verzwakt, zegt prof. dr. Pursey Heugens, als hoogleraar verbonden aan het ECFB. “Bedrijven hebben dan juist behoefte aan leiders die durven in te grijpen en die bijvoorbeeld steun zoeken bij externe partijen.” Daarbij is de ‘klik’ met de andere partij van cruciaal belang. Het gaat dan om gedeelde familiewaarden. Heugens: “Die zijn belangrijk, ze geven kleur en identiteit aan een bedrijf.”   

Wat je ook ziet, is dat familiebedrijven in zee gaan met private equity of een externe CEO aanstellen. Die brengt vaak aanvullende expertise en nieuwe ideeën en laat een frisse wind door de onderneming waaien. Een positieve impuls die een bedrijf soms echt nodig heeft.

Ander opvallende uitkomsten: familiebedrijven zijn doorgaans koersvaster en loyaler. Heugens: “Ze hebben de welbekende langetermijnvisie en zijn trouw aan hun personeel, ook in mindere tijden. Dat helpt hen als de markt weer aantrekt. En ze blijven investeren in innovatie en R&D. Ook dat is tekenend voor familiebedrijven.”

 Heugens: “Hóé de familiestrategie vorm krijgt, verschilt per bedrijf. Maar dát er keuzes moeten worden gemaakt, laat ons onderzoek duidelijk zien. Wie actie onderneemt, vergroot de kans op succes. Niets doen is geen optie.”