Deze website maakt gebruik van cookies

BDO Nederland gebruikt cookies en trackingtechnologieën om het browser-gebruik op onze online publicaties te verbeteren, gepersonaliseerde content te tonen en traffic te analyseren. Door op akkoord te klikken, stemt u in met het gebruik van cookies. Lees meer over ons cookiebeleid en privacybeleid.

5

Ondernemingen
& vpb

Ondernemingen & vpb

74 Wegens wijzigingen vanuit de Tweede Kamer is deze tip komen te vervallen.

75 Wegens wijzigingen vanuit de Tweede Kamer is deze tip komen te vervallen.

76 Voltooi lopende liquidaties uiterlijk op 31 december 2024

Eén van de voorwaarden voor de aftrek van liquidatieverliezen houdt in dat de ontbinding en vereffening binnen drie jaren na het jaar van de staking moet zijn voltooid. Als u in 2021 heeft besloten de onderneming van de dochtervennootschap te staken, moet de liquidatie uiterlijk 31 december 2024 zijn voltooid. Als de vereffening om zakelijke redenen niet voor 1 januari 2024 kan worden afgerond, vervalt het liquidatieverlies soms niet definitief. De belastingplichtige heeft in dat geval toch nog de bewijslast om het bestaan van voldoende zakelijke redenen (dat zijn dus niet-fiscale redenen) voor de langere duur aan te tonen. Om zeker te stellen dat het liquidatieverlies nog in 2024 ten laste van de winst kan worden gebracht, is het echter verstandig om een nog lopende vereffening uit 2021 nog voor het einde van het jaar te voltooien.

77 Stel gebruik van de kwijtscheldingswinstvrijstelling uit

Bij kwijtschelding van (deels) oninbare schulden is er sprake van een kwijtscheldingswinst, die in beginsel belast is met vennootschapsbelasting. De kwijtscheldingswinstvrijstelling voorkomt echter belastingheffing over deze winst voor zover het bedrag van de kwijtscheldingswinst de nog openstaande verliezen uit het verleden overtreft. Sinds 2022 zijn verliezen van meer dan €1 miljoen echter nog maar verrekenbaar voor 50% van het meerdere (verliestemporisering), waardoor bij een belaste kwijtscheldingswinst van meer dan €1 miljoen toch vennootschapsbelasting kan worden geheven. De voorgestelde wijzigingen van Prinsjesdag 2024 beogen deze samenloop beter te regelen, door de kwijtscheldingswinstvrijstelling toe te passen op het gedeelte van de verliezen dat door de temporiseringsmaatregel in dat jaar niet kan worden verrekend. Deze versoepeling gaat in op 1 januari 2025. Het kan dus raadzaam zijn om kwijtschelding over de jaargrens heen te tillen.

78 Laat giften dit jaar nog via de vennootschap lopen

Tot en met 31 december 2024 geldt de regeling ‘geven uit de vennootschap’. Deze regeling leidt ertoe dat giften vanuit de vennootschap aan een anbi of steunstichting sbbi – ongeacht de grootte – niet worden aangemerkt als een dividenduitkering aan de aandeelhouder(s). Daardoor zijn dergelijke giften vrijgesteld van heffing in box 2 en dividendbelasting. Als u dit jaar via de vennootschap een niet-zakelijke gift aan een anbi of steunstichting sbbi doet, kunt u nog profiteren van deze regeling. Let op: in beginsel zijn deze giften niet aftrekbaar van de winst. Dankzij de giftenaftrekregeling in de vpb zijn deze giften (zowel in 2024 als in 2025) wél aftrekbaar tot 50 procent van de winst, met een maximum van 100.000 euro. Zakelijke uitgaven aan goede doelen, zoals sponsoring, reclame en uitgaven in het kader van maatschappelijk verantwoord ondernemen, zijn overigens volledig aftrekbaar in de vpb.

Het voorgaande neemt niet weg dat het ook vanaf 2025 fiscaal gunstig kan zijn om niet-zakelijke giften aan anbi’s of steunstichtingen sbbi te doen via de vennootschap, of juist vanuit privé. Wat de fiscaal voordeligste route is, is afhankelijk van uw situatie.

74 Wegens wijzigingen vanuit de Tweede Kamer is deze tip komen te vervallen.

Ondernemingen & vpb

78 Laat giften dit jaar nog via de vennootschap lopen

Tot en met 31 december 2024 geldt de regeling ‘geven uit de vennootschap’. Deze regeling leidt ertoe dat giften vanuit de vennootschap aan een anbi of steunstichting sbbi – ongeacht de grootte – niet worden aangemerkt als een dividenduitkering aan de aandeelhouder(s). Daardoor zijn dergelijke giften vrijgesteld van heffing in box 2 en dividendbelasting. Als u dit jaar via de vennootschap een niet-zakelijke gift aan een anbi of steunstichting sbbi doet, kunt u nog profiteren van deze regeling. Let op: in beginsel zijn deze giften niet aftrekbaar van de winst. Dankzij de giftenaftrekregeling in de vpb zijn deze giften (zowel in 2024 als in 2025) wél aftrekbaar tot 50 procent van de winst, met een maximum van 100.000 euro. Zakelijke uitgaven aan goede doelen, zoals sponsoring, reclame en uitgaven in het kader van maatschappelijk verantwoord ondernemen, zijn overigens volledig aftrekbaar in de vpb.

Het voorgaande neemt niet weg dat het ook vanaf 2025 fiscaal gunstig kan zijn om niet-zakelijke giften aan anbi’s of steunstichtingen sbbi te doen via de vennootschap, of juist vanuit privé. Wat de fiscaal voordeligste route is, is afhankelijk van uw situatie.

77 Stel gebruik van de kwijtscheldingswinstvrijstelling uit

Bij kwijtschelding van (deels) oninbare schulden is er sprake van een kwijtscheldingswinst, die in beginsel belast is met vennootschapsbelasting. De kwijtscheldingswinstvrijstelling voorkomt echter belastingheffing over deze winst voor zover het bedrag van de kwijtscheldingswinst de nog openstaande verliezen uit het verleden overtreft. Sinds 2022 zijn verliezen van meer dan €1 miljoen echter nog maar verrekenbaar voor 50% van het meerdere (verliestemporisering), waardoor bij een belaste kwijtscheldingswinst van meer dan €1 miljoen toch vennootschapsbelasting kan worden geheven. De voorgestelde wijzigingen van Prinsjesdag 2024 beogen deze samenloop beter te regelen, door de kwijtscheldingswinstvrijstelling toe te passen op het gedeelte van de verliezen dat door de temporiseringsmaatregel in dat jaar niet kan worden verrekend. Deze versoepeling gaat in op 1 januari 2025. Het kan dus raadzaam zijn om kwijtschelding over de jaargrens heen te tillen.

76 Voltooi lopende liquidaties uiterlijk op 31 december 2024

Eén van de voorwaarden voor de aftrek van liquidatieverliezen houdt in dat de ontbinding en vereffening binnen drie jaren na het jaar van de staking moet zijn voltooid. Als u in 2021 heeft besloten de onderneming van de dochtervennootschap te staken, moet de liquidatie uiterlijk 31 december 2024 zijn voltooid. Als de vereffening om zakelijke redenen niet voor 1 januari 2024 kan worden afgerond, vervalt het liquidatieverlies soms niet definitief. De belastingplichtige heeft in dat geval toch nog de bewijslast om het bestaan van voldoende zakelijke redenen (dat zijn dus niet-fiscale redenen) voor de langere duur aan te tonen. Om zeker te stellen dat het liquidatieverlies nog in 2024 ten laste van de winst kan worden gebracht, is het echter verstandig om een nog lopende vereffening uit 2021 nog voor het einde van het jaar te voltooien.

75 Wegens wijzigingen vanuit de Tweede Kamer is deze tip komen te vervallen.