Deze website maakt gebruik van cookies

BDO Nederland gebruikt cookies en trackingtechnologieën om het browser-gebruik op onze online publicaties te verbeteren, gepersonaliseerde content te tonen en traffic te analyseren. Door op akkoord te klikken, stemt u in met het gebruik van cookies. Lees meer over ons cookiebeleid en privacybeleid.

‘Wie gaat de regie nemen? Want die is cruciaal voor een efficiënte transitie’

Iemand moet de regie nemen
Juist omdat het zorgveld zo complex is en omdat hierbinnen grote veranderingen moeten plaatsvinden, is het zinvol om na te denken over welke partijen waarover de regie kunnen voeren. Maak daarbij een onderscheid tussen wat regionaal kan en landelijk moet. Dat is nodig om de transitie op een efficiënte manier vorm te geven en ervaringen over en weer te kunnen uitwisselen. Bij voorkeur zijn het slechts een paar partijen die starten met het oppakken van de regiefunctie. In een later stadium kan deze groep dan worden uitgebreid.

‘Met (lange termijn) visiecontracten hebben externe financiers meer houvast’

Een toekomstvisie kan helpen om financiers te interesseren
Wanneer zorg- en ketenpartijen met elkaar zogenaamde (lange termijn) visiecontracten gaan afsluiten, wordt het waarschijnlijk ook eenvoudiger om externe financiers te interesseren om te investeren in de zorg. Met dit soort contracten hebben ze meer houvast en perspectief om de plannen voor een businesscase te toetsen aan de realiteit. Het is tenslotte een hele uitdaging om een rendabele businesscase te toetsen aan een contract van slechts een jaar. Daar is een meerjarenvisie voor nodig. 

Er zijn middelen nodig voor transitie én operatie
De overheid stelt transitiegelden beschikbaar om de aanpassingen in de zorg te kunnen realiseren. Daarbij heeft ze heel nadrukkelijk aangegeven dat deze gelden ook alleen daarvoor mogen worden aangewend. Het geld mag bijvoorbeeld niet worden gebruikt om lopende tekorten op het gebied van zorgexploitatie mee te dekken. Maar die lopende tekorten staan de transitie wel degelijk in de weg. De sector heeft namelijk zeer waarschijnlijk meer extra geld nodig dan de huidig beschikbaar gestelde transitiegelden alleen. Het realiseren van een transitie vergt een stabiele financiële (start)positie. ­­­­­

‘Het realiseren van een transitie vergt een stabiele financiële (start)positie’

‘Krachten bundelen en duurzame coalities sluiten. Ook met gemeenten, woningcorporaties en banken’

Samenwerken is een voorwaarde
Om ervoor te zorgen dat de inkoop van zorg zodanig plaatsvindt dat hiermee een visie in de toekomst kan worden gerealiseerd, is het noodzakelijk om krachten te bundelen en duurzame coalities te sluiten. Alleen op die manier lukt het om de verbeteringen in de keten aan te brengen, bedrijfsprocessen anders in te richten en innovatieve projecten te realiseren. Dat wil zeggen dat zorgverzekeraars en zorgaanbieders ook om de tafel moeten gaan met bijvoorbeeld gemeenten en woningcorporaties. Maar ook met de banken. Want ook de financiering moet worden aangepast op een zorginkoopbeleid voor de lange termijn.  Financiële instellingen kunnen samen met zorgverzekeraars en -aanbieders meedenken over hoe we met elkaar de zorg op een duurzame, toekomstbestendige manier kunnen financieren en de transitie kunnen realiseren.

‘Passende zorg vereist een passende bekostiging’

Passende zorg vereist een passende bekostiging
Contracten waarin ‘p maal q’ centraal staat (prijs per product maal hoeveelheid geleverde zorg), zijn lang niet meer altijd functioneel. Partijen zijn daardoor gefocust op omzet en budget, en kunnen de afspraken niet in een breder en langduriger perspectief plaatsen. Ook de bekende omzetplafonds, waarbij een zorgaanbieder een maximumbedrag of aantal behandelingen mag declareren bij de zorgverzekeraar, zijn niet meer functioneel wanneer we een andere koers willen varen met de zorg in Nederland. Hiermee remmen we tenslotte de groei van de zorg.

Hetzelfde geldt voor het huidige kostprijsmodel. Ook dit moeten we tegen het licht houden. Het vaststellen van de kostprijs op basis van kosten uit het verleden is niet constructief als we juist vooruit willen kijken. Als we echt met elkaar het zorgstelsel willen vernieuwen en toe willen werken naar passende zorg, dan is het nodig om contracten voor de lange termijn af te sluiten. Daar hoort ook bij dat zorgaanbieders een eerlijke prijs verdienen. Daarmee wordt het probleem van tekorten in de zorg zeker niet opgelost. Maar die tekorten worden hierdoor wél zichtbaarder.

Parallel daaraan moeten zorgpartijen die innoveren en de effecten daarvan kunnen aantonen, beloond worden in plaats van dat ze moeten ‘leuren’ met hun propositie. Daar moet de discussie over gaan en daar moeten we met elkaar oplossingen voor gaan vinden in de vorm van nieuwe manieren van samenwerken, slimmer organiseren en innoveren. Hoe duidelijker het is dat de zorg onder druk staat, hoe sneller eventuele oplossingen, en daarmee soms pijnlijke keuzes, volgen.

‘Werk samen binnen de domeinen, maar ook domein-overstijgend’

Korte- en langetermijncontracten moeten op elkaar zijn afgestemd
Willen we de transitie in de zorg kunnen realiseren, dan hebben we een gezamenlijke stip op de horizon nodig. Daar horen ook meerjarencontracten bij. Dat wil niet zeggen dat contracten voor de korte termijn achterhaald zijn. Integendeel. Maar dan moeten ze wél in het verlengde liggen van de langetermijnafspraken. Ze moeten elkaar versterken en op elkaar zijn aangesloten. Er is meer dan ooit overleg nodig tussen zorgaanbieders, verzekeraars, maar ook andere partijen in de keten zoals gemeenten en woningcorporaties. Werk samen binnen de domeinen, maar ook domeinoverstijgend om puntoplossingen te voorkomen.

‘De huidige contracteringwijze past niet langer bij de beoogde transitie’

De zorg heeft visiecontracten nodig
De manier van contractering zoals we die nu kennen in de zorg past niet langer bij de beoogde transitie die hier nodig is. Passende zorg, het Integraal Zorgakkoord (IZA), het programma Wonen, Ondersteuning en Zorg voor Ouderen (WOZO), het Gezond en Actief Leven Akkoord (GALA), het zijn allemaal begrippen en beloftes die een langetermijnvisie behoeven. Daarbij passen geen contracten van een jaar die bilateraal – tussen zorgverzekeraar en zorgaanbieder – zijn afgesloten. In plaats daarvan moeten zorgpartijen zich veel meer gaan richten op zogenaamde visiecontracten waarin men – samen met verschillende partijen uit de zorgketen – de blik vooruitwerpt en een transitiepad vaststelt. Ze moeten keuzes maken, maar daartoe ook in staat gesteld worden; structureel gefaciliteerd worden om de transitie te realiseren, vooral in de regio. Wat niet in de regio thuishoort, moet landelijk worden geconcentreerd en geregeld.

‘Meerjarencontracten vormen het sleutelwoord’

Aanbevelingen

‘De portfolio’s van zorgaanbieders liggen steeds vaker onder een vergrootglas’

Er moeten moeilijke keuzes worden gemaakt
De portfolio’s van zorgaanbieders liggen steeds vaker onder een vergrootglas. Zorgverzekeraars moeten echte keuzes maken over het landelijk concentreren van complexe zorg en regionaal spreiden van laag complexe zorg. Dan worden onderhandelingen scherper gevoerd. Daarbij moeten zorgaanbieders moeilijke keuzes maken, dan wel meer samenwerken en soms ook ‘nee’ verkopen aan cliënten die ze nu wél kunnen bedienen.

‘De oplopende druk heeft één voordeel: zorgpartijen en zorgverzekeraars móéten wel in actie komen’

De druk neemt toe
Het huidige zorgstelsel piept en kraakt, het heeft z’n langste tijd wel gehad. Dat betekent dat de druk op de zorg in een rap tempo toeneemt. Die oplopende druk heeft één voordeel: de urgentie om de transitie versneld te moeten inzetten wordt hierdoor alleen maar groter. Zorgpartijen móéten wel in actie komen om het tij te kunnen keren. Digitalisering en innovatie spelen hierbij een cruciale rol. Daarmee kunnen we de zorg tenslotte slimmer inrichten en kunnen we het personeelstekort – in ieder geval voor een deel – opvangen. Bovendien zorgt die druk er naar verwachting voor dat domeinoverstijgende samenwerking (middels strategische allianties) wordt versneld en men meer gaat denken vanuit cliënt en regio in plaats van uitsluitend de ‘instellingsbelangen’.

‘De urgentie voor oplossingen als preventie, e-health en passende zorg is groter dan ooit’

Schaarste aan personeel blijft

De vergrijzing in combinatie met de oplopende personeelstekorten leiden – als er niets gebeurt – onherroepelijk tot een verstopping van de zorgsector, zo waarschuwen diverse partijen. Werkten er in 2020 zo’n 1,4 miljoen mensen in de zorg, ofwel één op de circa zes banen, in 2040 moeten dat er twee miljoen zijn, ofwel één op de vier banen, zo becijferde de Sociaal-Economische Raad (SER). Dat is een onhaalbaar scenario waardoor de urgentie voor herontwerpen van medische en zorgprocessen groot is. De administratieve ballast moet uit het systeem, we moeten terug naar vertrouwen, en digitalisering middels innovatieve, datagedreven oplossingen als datascience en robotica is een must.

‘Gegevens delen over preventie blijkt niet eenvoudig’

Mager aanbod op het gebied van preventie
Hoewel vrijwel iedere aanbieder in de zorgsector de noodzaak van preventie onderschrijft, zien we daar in de inkoopdocumenten maar heel weinig van terug. Dat heeft waarschijnlijk te maken met het feit dat preventie van ziekte vooral een langetermijnfocus kent en alleen mogelijk is als zorgpartijen gegevens met elkaar in de keten gaan delen. Dat is niet eenvoudig. Daarvoor moeten ze afspraken met elkaar gaan maken en hebben ze ook te maken met strenge privacyregels die gelden. Goed beveiligde en geanonimiseerde data vormen hiervoor – in ieder geval voor een deel – de oplossing. Maar niet alle partijen hebben hun data op deze manier georganiseerd.

‘De omzetplafonds remmen de groei van het zorgaanbod’

Druk op de onderhandelingen neemt toe
De omzetplafonds remmen de groei van het zorgaanbod. Tegelijkertijd stijgt de zorgvraag. Daarmee stijgt ook de druk op de hoeveelheid niet-gecontracteerde zorg. Bij de huidige en toekomstige onderhandelingen op het gebied van zorginkoop gaan we deze druk ongetwijfeld steeds meer merken. Deze druk op de onderhandelingen wordt nog eens versterkt door de ontwikkelingen rondom het tarief per eenheid product. Verschillende zorgaanbieders hebben inmiddels laten weten dat ze niet langer bereid zijn om verlieslatende contracten te tekenen.

‘Geen afspraken over een transitiepad? Dan is 2024 een verloren contracteringsjaar geweest’

Weinig concrete afspraken
Als we kijken naar de inkoopvergelijkingen, dan zien we dat veel duidelijk is, maar veel ook niet. Het integrale zorgakkoord ligt er nu en alle inkopende partijen passen hun inkoopdocumenten daar ook op aan. De zorgverzekeraars en zorgaanbieders ondersteunen het zorgakkoord, onderschrijven de noodzaak van de transitie en willen ook aansluiting zoeken bij de Green Deal, ofwel duurzame zorg. Maar in de uitwerking ervan zijn ze nog wel degelijk zoekende. Concrete afspraken over hoe en wat zien we niet écht terug in de documenten.

Helemaal verwonderlijk is dit overigens niet. Voor afspraken als deze moeten partijen in de keten elkaar zien te vinden en de afspraken bovendien per regio uitwerken. Ook is het zinvol om de lange termijn te koppelen aan kortetermijnafspraken. Dit alles kost tijd, besluitvaardigheid en executiekracht. Dit blijkt telkens weer een venijnige combinatie. Kortom, er is nog veel werk aan de winkel; partijen in de keten zullen hier met elkaar concrete afspraken over moeten gaan maken en een transitiepad uitstippelen. Gebeurt dat niet, dan is 2024 voor wat betreft het komen tot passende zorg in de regio een verloren contracteringsjaar geweest.

Op weg naar de toekomst van de zorg

TRENDS

Met de afspraken in het Integraal Zorgakkoord (IZA) moet de zorg in Nederland in de toekomst goed, toegankelijk en betaalbaar blijven. Tussen 2023 en 2026 moet dit samenwerkingsplan zorgen voor meer passende, preventiegerichte, duurzame en gedigitaliseerde zorg. Dit alles heeft uiteraard ook impact op de zorginkoop. Waar die impact uit bestaat en hoe zorgpartijen met inkoop kunnen meehelpen om de toekomst van zorg vorm te geven, leest u hieronder in de belangrijkste trends plus onze aanbevelingen.

Zorgverzekeraars hebben op 1 april 2023 hun inkoopbeleid voor het komend jaar (2024) gepubliceerd. In hoeverre zien we de afspraken in het Integraal Zorgakkoord (IZA) hierin terug? En wat zijn onze aanbevelingen als het gaat om zorginkoop nu en in de toekomst? U leest ze hierna.

Meer weten over zorgcontractering?

Vaker dit soort publicaties ontvangen?

Wilt u geen publicatie missen? Meld u dan nú aan voor onze e-mailnieuwsbrief of geef aan welke informatie u per mail wenst te ontvangen via

bdo.nl/communicatievoorkeuren

Neem dan contact met ons op

Vincent Eversdijk

Voorzitter branchegroep Zorg

vincent.eversdijk@bdo.nl

06 52 61 51 65

 

 

Nico Baas  

Partner BDO Advisory - branchegroep Zorg

nico.baas@bdo.nl

06 13 31 09 63

 

Robin Schepers

Adviseur Zorg 

robin.schepers@bdo.nl

06 46 63 83 80

 

‘Wie gaat de regie nemen? Want die is cruciaal voor een efficiënte transitie’

Robin Schepers

Adviseur Zorg 

robin.schepers@bdo.nl

06 46 63 83 80

Nico Baas  

Partner BDO Advisory - branchegroep Zorg

nico.baas@bdo.nl

06 13 31 09 63

Vaker dit soort publicaties ontvangen?

Wilt u geen publicatie missen? Meld u dan nú aan voor onze e-mailnieuwsbrief of geef aan welke informatie u per mail wenst te ontvangen via

bdo.nl/communicatievoorkeuren

Neem dan contact met ons op

Vincent Eversdijk

Voorzitter branchegroep Zorg

vincent.eversdijk@bdo.nl

06 52 61 51 65

Meer weten over zorgcontractering?

Iemand moet de regie nemen
Juist omdat het zorgveld zo complex is en omdat hierbinnen grote veranderingen moeten plaatsvinden, is het zinvol om na te denken over welke partijen waarover de regie kunnen voeren. Maak daarbij een onderscheid tussen wat regionaal kan en landelijk moet. Dat is nodig om de transitie op een efficiënte manier vorm te geven en ervaringen over en weer te kunnen uitwisselen. Bij voorkeur zijn het slechts een paar partijen die starten met het oppakken van de regiefunctie. In een later stadium kan deze groep dan worden uitgebreid.

'Met (lange termijn) visiecontracten hebben externe financiers meer houvast’

Een toekomstvisie kan helpen om financiers te interesseren
Wanneer zorg- en ketenpartijen met elkaar zogenaamde (lange termijn) visiecontracten gaan afsluiten, wordt het waarschijnlijk ook eenvoudiger om externe financiers te interesseren om te investeren in de zorg. Met dit soort contracten hebben ze meer houvast en perspectief om de plannen voor een businesscase te toetsen aan de realiteit. Het is tenslotte een hele uitdaging om een rendabele businesscase te toetsen aan een contract van slechts een jaar. Daar is een meerjarenvisie voor nodig. 

‘Het realiseren van een transitie vergt een stabiele financiële (start)positie’

Er zijn middelen nodig voor transitie én operatie
De overheid stelt transitiegelden beschikbaar om de aanpassingen in de zorg te kunnen realiseren. Daarbij heeft ze heel nadrukkelijk aangegeven dat deze gelden ook alleen daarvoor mogen worden aangewend. Het geld mag bijvoorbeeld niet worden gebruikt om lopende tekorten op het gebied van zorgexploitatie mee te dekken. Maar die lopende tekorten staan de transitie wel degelijk in de weg. De sector heeft namelijk zeer waarschijnlijk meer extra geld nodig dan de huidig beschikbaar gestelde transitiegelden alleen. Het realiseren van een transitie vergt een stabiele financiële (start)positie. ­­­­­

‘Krachten bundelen en duurzame coalities sluiten. Ook met gemeenten, woningcorporaties en banken’

Samenwerken is een voorwaarde
Om ervoor te zorgen dat de inkoop van zorg zodanig plaatsvindt dat hiermee een visie in de toekomst kan worden gerealiseerd, is het noodzakelijk om krachten te bundelen en duurzame coalities te sluiten. Alleen op die manier lukt het om de verbeteringen in de keten aan te brengen, bedrijfsprocessen anders in te richten en innovatieve projecten te realiseren. Dat wil zeggen dat zorgverzekeraars en zorgaanbieders ook om de tafel moeten gaan met bijvoorbeeld gemeenten en woningcorporaties. Maar ook met de banken. Want ook de financiering moet worden aangepast op een zorginkoopbeleid voor de lange termijn.  Financiële instellingen kunnen samen met zorgverzekeraars en -aanbieders meedenken over hoe we met elkaar de zorg op een duurzame, toekomstbestendige manier kunnen financieren en de transitie kunnen realiseren.

Passende zorg vereist een passende bekostiging
Contracten waarin ‘p maal q’ centraal staat (prijs per product maal hoeveelheid geleverde zorg), zijn lang niet meer altijd functioneel. Partijen zijn daardoor gefocust op omzet en budget, en kunnen de afspraken niet in een breder en langduriger perspectief plaatsen. Ook de bekende omzetplafonds, waarbij een zorgaanbieder een maximumbedrag of aantal behandelingen mag declareren bij de zorgverzekeraar, zijn niet meer functioneel wanneer we een andere koers willen varen met de zorg in Nederland. Hiermee remmen we tenslotte de groei van de zorg.

Hetzelfde geldt voor het huidige kostprijsmodel. Ook dit moeten we tegen het licht houden. Het vaststellen van de kostprijs op basis van kosten uit het verleden is niet constructief als we juist vooruit willen kijken. Als we echt met elkaar het zorgstelsel willen vernieuwen en toe willen werken naar passende zorg, dan is het nodig om contracten voor de lange termijn af te sluiten. Daar hoort ook bij dat zorgaanbieders een eerlijke prijs verdienen. Daarmee wordt het probleem van tekorten in de zorg zeker niet opgelost. Maar die tekorten worden hierdoor wél zichtbaarder.

Parallel daaraan moeten zorgpartijen die innoveren en de effecten daarvan kunnen aantonen, beloond worden in plaats van dat ze moeten ‘leuren’ met hun propositie. Daar moet de discussie over gaan en daar moeten we met elkaar oplossingen voor gaan vinden in de vorm van nieuwe manieren van samenwerken, slimmer organiseren en innoveren. Hoe duidelijker het is dat de zorg onder druk staat, hoe sneller eventuele oplossingen, en daarmee soms pijnlijke keuzes, volgen.

‘Passende zorg vereist een passende bekostiging’

‘Werk samen binnen de domeinen, maar ook domein-overstijgend’

Korte- en langetermijncontracten moeten op elkaar zijn afgestemd
Willen we de transitie in de zorg kunnen realiseren, dan hebben we een gezamenlijke stip op de horizon nodig. Daar horen ook meerjarencontracten bij. Dat wil niet zeggen dat contracten voor de korte termijn achterhaald zijn. Integendeel. Maar dan moeten ze wél in het verlengde liggen van de langetermijnafspraken. Ze moeten elkaar versterken en op elkaar zijn aangesloten. Er is meer dan ooit overleg nodig tussen zorgaanbieders, verzekeraars, maar ook andere partijen in de keten zoals gemeenten en woningcorporaties. Werk samen binnen de domeinen, maar ook domeinoverstijgend om puntoplossingen te voorkomen.

‘De huidige contracteringwijze past niet langer bij de beoogde transitie’

De zorg heeft visiecontracten nodig
De manier van contractering zoals we die nu kennen in de zorg past niet langer bij de beoogde transitie die hier nodig is. Passende zorg, het Integraal Zorgakkoord (IZA), het programma Wonen, Ondersteuning en Zorg voor Ouderen (WOZO), het Gezond en Actief Leven Akkoord (GALA), het zijn allemaal begrippen en beloftes die een langetermijnvisie behoeven. Daarbij passen geen contracten van een jaar die bilateraal – tussen zorgverzekeraar en zorgaanbieder – zijn afgesloten. In plaats daarvan moeten zorgpartijen zich veel meer gaan richten op zogenaamde visiecontracten waarin men – samen met verschillende partijen uit de zorgketen – de blik vooruitwerpt en een transitiepad vaststelt. Ze moeten keuzes maken, maar daartoe ook in staat gesteld worden; structureel gefaciliteerd worden om de transitie te realiseren, vooral in de regio. Wat niet in de regio thuishoort, moet landelijk worden geconcentreerd en geregeld.

‘Meerjarencontracten vormen het sleutelwoord’

Aanbevelingen

‘De portfolio’s van zorgaanbieders liggen steeds vaker onder een vergrootglas’

Er moeten moeilijke keuzes worden gemaakt
De portfolio’s van zorgaanbieders liggen steeds vaker onder een vergrootglas. Zorgverzekeraars moeten echte keuzes maken over het landelijk concentreren van complexe zorg en regionaal spreiden van laag complexe zorg. Dan worden onderhandelingen scherper gevoerd. Daarbij moeten zorgaanbieders moeilijke keuzes maken, dan wel meer samenwerken en soms ook ‘nee’ verkopen aan cliënten die ze nu wél kunnen bedienen.

‘De oplopende druk heeft één voordeel: zorgpartijen en zorgverzekeraars móéten wel in actie komen’

De druk neemt toe
Het huidige zorgstelsel piept en kraakt, het heeft z’n langste tijd wel gehad. Dat betekent dat de druk op de zorg in een rap tempo toeneemt. Die oplopende druk heeft één voordeel: de urgentie om de transitie versneld te moeten inzetten wordt hierdoor alleen maar groter. Zorgpartijen móéten wel in actie komen om het tij te kunnen keren. Digitalisering en innovatie spelen hierbij een cruciale rol. Daarmee kunnen we de zorg tenslotte slimmer inrichten en kunnen we het personeelstekort – in ieder geval voor een deel – opvangen. Bovendien zorgt die druk er naar verwachting voor dat domeinoverstijgende samenwerking (middels strategische allianties) wordt versneld en men meer gaat denken vanuit cliënt en regio in plaats van uitsluitend de ‘instellingsbelangen’.

‘De urgentie voor oplossingen als preventie, e-health en passende zorg is groter dan ooit’

Schaarste aan personeel blijft

De vergrijzing in combinatie met de oplopende personeelstekorten leiden – als er niets gebeurt – onherroepelijk tot een verstopping van de zorgsector, zo waarschuwen diverse partijen. Werkten er in 2020 zo’n 1,4 miljoen mensen in de zorg, ofwel één op de circa zes banen, in 2040 moeten dat er twee miljoen zijn, ofwel één op de vier banen, zo becijferde de Sociaal-Economische Raad (SER). Dat is een onhaalbaar scenario waardoor de urgentie voor herontwerpen van medische en zorgprocessen groot is. De administratieve ballast moet uit het systeem, we moeten terug naar vertrouwen, en digitalisering middels innovatieve, datagedreven oplossingen als datascience en robotica is een must.

‘Gegevens delen over preventie blijkt niet eenvoudig’

Mager aanbod op het gebied van preventie
Hoewel vrijwel iedere aanbieder in de zorgsector de noodzaak van preventie onderschrijft, zien we daar in de inkoopdocumenten maar heel weinig van terug. Dat heeft waarschijnlijk te maken met het feit dat preventie van ziekte vooral een langetermijnfocus kent en alleen mogelijk is als zorgpartijen gegevens met elkaar in de keten gaan delen. Dat is niet eenvoudig. Daarvoor moeten ze afspraken met elkaar gaan maken en hebben ze ook te maken met strenge privacyregels die gelden. Goed beveiligde en geanonimiseerde data vormen hiervoor – in ieder geval voor een deel – de oplossing. Maar niet alle partijen hebben hun data op deze manier georganiseerd.

Weinig concrete afspraken
Als we kijken naar de inkoopvergelijkingen, dan zien we dat veel duidelijk is, maar veel ook niet. Het integrale zorgakkoord ligt er nu en alle inkopende partijen passen hun inkoopdocumenten daar ook op aan. De zorgverzekeraars en zorgaanbieders ondersteunen het zorgakkoord, onderschrijven de noodzaak van de transitie en willen ook aansluiting zoeken bij de Green Deal, ofwel duurzame zorg. Maar in de uitwerking ervan zijn ze nog wel degelijk zoekende. Concrete afspraken over hoe en wat zien we niet écht terug in de documenten.

Helemaal verwonderlijk is dit overigens niet. Voor afspraken als deze moeten partijen in de keten elkaar zien te vinden en de afspraken bovendien per regio uitwerken. Ook is het zinvol om de lange termijn te koppelen aan kortetermijnafspraken. Dit alles kost tijd, besluitvaardigheid en executiekracht. Dit blijkt telkens weer een venijnige combinatie. Kortom, er is nog veel werk aan de winkel; partijen in de keten zullen hier met elkaar concrete afspraken over moeten gaan maken en een transitiepad uitstippelen. Gebeurt dat niet, dan is 2024 voor wat betreft het komen tot passende zorg in de regio een verloren contracteringsjaar geweest.

‘Geen afspraken over een transitiepad? Dan is 2024 een verloren contracteringsjaar geweest’

‘De omzetplafonds remmen de groei van het zorgaanbod’

Druk op de onderhandelingen neemt toe
De omzetplafonds remmen de groei van het zorgaanbod. Tegelijkertijd stijgt de zorgvraag. Daarmee stijgt ook de druk op de hoeveelheid niet-gecontracteerde zorg. Bij de huidige en toekomstige onderhandelingen op het gebied van zorginkoop gaan we deze druk ongetwijfeld steeds meer merken. Deze druk op de onderhandelingen wordt nog eens versterkt door de ontwikkelingen rondom het tarief per eenheid product. Verschillende zorgaanbieders hebben inmiddels laten weten dat ze niet langer bereid zijn om verlieslatende contracten te tekenen.

Op weg naar de toekomst van de zorg

TRENDS

Met de afspraken in het Integraal Zorgakkoord (IZA) moet de zorg in Nederland in de toekomst goed, toegankelijk en betaalbaar blijven. Tussen 2023 en 2026 moet dit samenwerkingsplan zorgen voor meer passende, preventiegerichte, duurzame en gedigitaliseerde zorg. Dit alles heeft uiteraard ook impact op de zorginkoop. Waar die impact uit bestaat en hoe zorgpartijen met inkoop kunnen meehelpen om de toekomst van zorg vorm te geven, leest u hieronder in de belangrijkste trends plus onze aanbevelingen.

Zorgverzekeraars hebben op 1 april 2023 hun inkoopbeleid voor het komend jaar (2024) gepubliceerd. In hoeverre zien we de afspraken in het Integraal Zorgakkoord (IZA) hierin terug? En wat zijn onze aanbevelingen als het gaat om zorginkoop nu en in de toekomst? U leest ze hierna.

Titel op de overzichtspagina.

Indien de overzichtspagina is geactiveerd (via de instellingen van een domein) komt deze tekst als omschrijving in beeld.
Volledig scherm